Moe? Nee, ik ben bang en boos!

Moe? Nee, ik ben bang en boos!


Hoe moeheid in het Inspiratiejaar in een ander licht komt te staan

‘De eerste jaren van de vermoeidheid kon ik helemaal niks. Ik had allerlei klachten. Alles was zo in de war. Mijn hartritme, evenwicht en lichaamstemperatuur waren verstoord. Licht en geluid kon ik niet verdragen. Het enige dat ik nog kon, was rusten. Ik heb veel ge-therapied. Ik wilde werken, gezond worden. Na een paar jaar gaf ik het vechten op en gaf me over aan: ‘ik kan het niet’. ‘Toen ontstond er ineens tijd,’ vertelt Mieke. ‘Tijd voor mezelf in plaats van voor mijn werk, mijn relatie of met anderen. Verkrampte delen van mezelf gingen weer open. Ik kwam bij mijn eigen pijlers terecht, dingen waar ik blij van werd: natuur, wandelen, muziek en spiritualiteit. Dingen die ik niet nodig had van anderen. Ik kon het gewoon tot me nemen. Mijn energiestroom ging weer aan.’

Het bleek genoeg energie voor Mieke om alsnog te kunnen starten met het Inspiratiejaar, waarvan de intensiteit lange tijd voor haar geen optie was. ‘Ik wilde alles geprobeerd hebben voordat ik me er definitief bij neer zou kunnen leggen dat mijn moeheid niet was op te lossen’, vertelt Mieke. ‘In het Inspiratiejaar krijg je allerlei thema’s aangereikt om te onderzoeken en in te groeien. Voor mij was dat bijvoorbeeld een trainer opzoeken als ik moe werd en me uitspreken: ‘ik ben moe, ik kan niet meer’. Ik leerde een stap zetten, in weerwil van de gedachte ‘daar ga ik niemand mee lastig vallen’. Die overtuiging komt vanuit mijn gezin van vroeger. Daar moest ik het zelf oplossen en heb ik mezelf uitspreken niet kunnen oefenen. Wanneer ik me nu uitsprak, moest ik steeds huilen en het gekke was: de moeheid verdween. Een onverwachte wending. Ik voelde weer energie. Juist door te zeggen ‘het lukt niet meer’ kon ik verder.’

De trainers in het Inspiratiejaar nodigen je uit om in allerlei oefeningen en structuren jezelf te voelen en naar jezelf te kijken. Mieke legt uit: ‘Ik ontdekte daarin dat mijn moeheid ook iets te maken heeft met angst. Het gevoel ‘Ik red het niet meer!’ bleek een paniekmoment. Daarmee kwam mijn moeheid in een heel ander licht te staan. Ik realiseerde me: ik voel me vaak angstig en dat noem ik moe.’

‘Ik ontdekte dat mijn moeheid samenhangt met een absurde loyaliteit’, vertelt ze verder. ‘Als ik iets afgesproken heb, gezegd heb dat ik iets ga doen, mag ik niet meer veranderen van mijn innerlijke criticus.’ Het bestaan van die criticus, wat zijn boodschappen zijn en het effect ervan, waren voor Mieke behulpzame ontdekkingen. ‘Mijn criticus zegt heel streng: ‘sodemieter op met je behoeftes, dan hebben we ook geen problemen. Dan functioneert alles. Gewoon weg ermee!’ Tsja, dan werkt alles, behalve ik.’

Mieke ontdekte verder dat de boodschap ‘ik ben onbelangrijk’ een trigger voor haar is. ‘Als ik in het contact met anderen die boodschap bespeur, wordt er iets heel pijnlijks aangeraakt. Een kramp waar ik niet uit kom. Ik verlies dan de verbinding met mezelf, voel mezelf niet meer en kom in een overlevingsstand. Ik trek me terug, wil weg, alles is te veel. Dan vind ik anderen verschrikkelijk. Alles is bedreigend en alle levendigheid, energie verdwijnt. Een angstig gevoel. Het kostte me zo een of twee maanden verder voordat ik weer ontspande. Ik heb dat altijd moeheid genoemd. Die beweging is er nog steeds. Ik ben echter zo blij dat ik nu veel sneller terugkom en me weer mens tussen de mensen voel.’

Als kers op de taart ervaarde Mieke hoe ze boosheid kon toestaan, in beweging kon brengen. ‘Boosheid is een emotie die ik altijd heb afgekeurd in anderen. Ik mocht hem zelf ook niet voelen en al helemaal niet laten zien. Mijn pleegvader was vroeger heel driftig. Ik vond hem minderwaardig, omdat hij zich niet kon beheersen. Ik veroordeelde hem en stelde me boven hem. Het laatste dat ik zou doen was me verlagen tot drift.’ Dat is de afgelopen tijd veranderd in Mieke. ‘Ik heb gevoeld hoeveel energie het toestaan van boosheid geeft. Echt absurd! Wat is het fijn als die energie eruit mag! Boosheid is een basale manier om mijn eigen ruimte te voelen.’

Samenvattend geeft Mieke aan: ‘Als ik zo kijk gaan al deze ontdekkingen of inzichten over ruimte. Ik krijg meer ruimte. Blijkbaar kon ik door het leven gaan met het innemen van heel weinig ruimte. Ik krijg meteen minder lucht als ik het uitspreek. En nu: ik neem ruimte in. In het me uitspreken. In het serieus nemen van mijn behoeftes. In het toestaan van mijn emoties en gevoelens. Ik voel weer: ‘hier ben ik, dit is mijn ruimte’.

<Mieke is niet haar echte naam, haar echte naam is bij ons bekend>

150 150 Rebalancing Centrum